Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Gepubliceerd op 22-05-2021

Rusland

betekenis & definitie

de grootste staat v. Europa, omvattende het geheele O. deel daarvan en een groot stuk v.

Azië. Staatkundig een statenbond (Unie v. Soc. Sowjet-Republieken, gew. aangeduid met U.S.S.R.), waartoe behooren de Russ. soc. federatieve sowjet-republiek (afgekort R.S.F.S.R.), waarbij Siberië is inbegrepen, Oekraïne, Wit-Rusland (B.S.S.R.), Transkaukasië, Oesbekistan, Toerkmenistan en Tadzjikistan. Verscheidene dezer staten zijn zelf weer onderverdeeld in eenige tot op zekere hoogte zelfstandige staten en zg. autonome gebieden. Al deze aparte staten, zoowel als de U.S.S.R., worden bestuurd volgens het sowjetstelsel.

Het geheel beslaat een oppervl. v. ruim 22 mill. km2 met ongeveer 160 mill. inw.; waarvan 95 mill. v. Slavischen oorsprong (66 mill. Grootrussen, 26 mill. Kleinrussen, 3 mill. Witrussen), verder .loden, Finnen, Turken, Tataren, Mongolen, Arabieren. Armeniërs, Grieken enz.Het Europ. gedeelte v. R. valt aardrijksk. in 3 zones te verdeelen: de N. zone, laagland (i/h N. → toendra’s, lager op uitgestrekte bosschen), stroomgebied v/d Onega, Dwina en Petsjora; een middenzone, doorstroomd d/d Wolga en haar zijrivieren, laagland afgewisseld door heuvelland, gedeeltelijk zeer vruchtbaar (Land der Zwarte Aarde), gedeeltelijk onvruchtbaar (steppen), en tenslotte een Z. gordel met sub-tropisch klimaat. In het Z., tusschen de Zwarte Zee en de Kaspische Zee, strekt zich een woest hooggebergte uit ( → Kaukasus), op de O. grens eveneens een langgerekt hooggebergte ( → Oeral), dat de grens van Aziatisch R. vormt. Dit laatste valt in 2 zones te verdeelen; een N. zone m/d rivieren Ob, Jenissei en Lena, die hetzelfde karakter vertoont als de N. zone v. Europ. R., en een Z. zone, voortzetting v/d midden-zone v.

Europ. It., maar minder vruchtbaar en zeer steppenrijk. In het O. strekt Aziatisch R. zich uit tot a/d Beringzee en de Zee v. Ochotsjk i/h Z. wordt het begrensd door China, Afghanistan en Perzië.

Hoofdmidd. v. bestaan: landbouw (tarwe, rogge, vlas, suikerbieten, tabak); verder boutexport, veeteelt (runderen, paarden, schapen), visscherij, pelterijenhandel en exploitatie van den buitengew. mineralenrijkdom (ijzer, steenkool, goud, koper, lood, zink, platina, mangaan, aardolie). De industrie is, in verhouding tot den rijkdom aan voortbrengselen, nog onvoldoende ontwikkeld, hoewel het sowjel-bestuur de industr. ontwikkeling v/h land krachtig heeft ter hand genomen ( → vijfjarenplan).

De oorsprong v/h Russ. rijk is te zoeken ijd inval, dien de Noormannen i/h begin der 9e eeuw onder Rurik in centraal Rusland deden, waar zij de daar wonende Slavische stammen aan zich onderwierpen. Onder Rurik’s opvolgeis werd het rijk in eenige doelen gesplitst (o.a. rijken v. Kiew, Moskou en Nowgorod). Omstreeks 120) deden de Mongolen een inval en voerden de heerschappij over R. tot 1480, toen de Moskousche vorst Iwan III ben verdreef en den titel v. tsaar aannam. Zijn zoon Iwan IV (de Verschrikkelijke) vergrootte het rijk, o.m. door verovering v/e gedeelte v. Siberië.

Peter de Groote (1672/1725) zette de uitbreiding v/h rijk voort en maakte Rusland, dat tot nog toe sterk onder Byzantijnschen invloed had gestaan, bekend met de Europ. cultuur. Onder Peters dochter Elisaheth (regeerde 1741/’62) werd vervolg. Finland veroverd, onder Catharina II (regeerde 1762/’96) Koerland en een deel v. Polen. Alexander I (regeerde 1801 /’25) weerstond Napoleon en breidde het rijk verder uit. Alexander II (regeerde 1855/’81), onderwierp Kaukasië en W.-Turkestan en schafte de lijfeigenschap af.

Onder Nicolaas II viel in 1904/’05 de → Russ. Jap. oorlog. Onder denzelfden vorst werd besloten tot deelname a/d → Wereldoorlog en had de groote revolutie plaats, waardoor Nicolaas II moest aftreden en in Nov. 1917 de macht over Rusland in handen kwam v/d bolsjewiki, onder → Lenin, (vestiging v/d Sowjet-staat).

< >