hemellichaam, zich bewegende o/d aarde, op een gemidd. afstand v. 384 400 krn, middellijn 3470 km; baan o/d aarde ellipsvormig, duurt 1 → maand, nauwkeurig: 29 dagen, 12 uur, 44 min.
M. heeft geen eigen licht maar ontvangt dat v/d zon, waardoor haar schijngestalten ontstaan, als zij slechts gedeeltelijk verlicht is; beweegt zich voort langs haar baan m/e snelheid v. 1 km/sec en wendt de aarde steeds dezelfde zijde toe. Oppervl. is zeer onregelmatig: bergen, die zich als lichte, dalen, die zich als donkere vlekken voordoen. Sommige bergen lijken op kraters, vermoedelijk ontstaan door meteoren. De m. heeft, geen atmosfeer, daardoor groot verschil v. dag- en nacht temperatuur, waardoor organisch leven niet mogelijk is. De aantrekking v/d maan is oorzaak v/d → getijden.