bloemdieren, lagere dieren, die een omhulsel, gewoonlijk v. kalk, afscheiden; daar dit in massa geschiedt, vormen zij i/d heete luchtstreek uitgestrekte koraalriffen, waarvan het → Groote Barrièrerif het treffendste voorbeeld vormt. Daalt het zeepeiJ of rijst het rif, dan gaat dit laatste over i/e koraaleiland of atol, nl. een smallen, gewoonlijk niet aaneengesloten gordel v. koraal, die een meer omsluit, lagune geheeten.
Deze eil. komen in grooten getale voor in Oceanie; ook i/d Ind. Archipel.