1) geldmiddelen, dienende o/e zaak te drijven, kunnen alleen den eigenaar toebehooren of ook door derden zijn ingebracht;
2) goederen, niet voor onmiddellijk gebruik bestemd, doch bestemd v/d productie v. andere goederen (dus zoowel grondstoffen als machines, gebouwen, enz.);
3) particulier geldelijk bezit.