(1724/1804), Duitsch wijsgeer; hoogleeraar te Koningsbergen; v. enormen invloed o/d geheele na hem komende filosofie; grondlegger v/h criticisme. Leerde de autonomie v/d wil boven het verstand.
Schreef o.a. „Kritik der reinen Vernunft” (1781), „Kritik der praktischen Vernunft”, (1788), en „Kritik der Urteilskraft” (1790).