Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Gepubliceerd op 22-05-2021

Himalaya

betekenis & definitie

hooggeb. in Z.-Azie, tusschen Tibet en Achter-Indië, 24 00 km lang, tot 250 km breed, vijf sneeuwtoppen v. 8100— 8840 m, 17 boven 7600 m. Hoogste top Mt.

Everest, 8840 m. Gemiddelde pashoogte 5000—5500 m. De H.-spoorweg v. Dardsjhling naar Sadiya heeft een helling v. 34 : 1000 m.

< >