Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Gepubliceerd op 22-05-2021

Griekenland

betekenis & definitie

republiek i/h Z. v/h Baikanschiereil., benevens de eil. i/d Egeesclie Zee, behalve Imbros, Tenedos en de Dodecanesus, 126 982 km2, 6 204 700 inwoners, hoofdz. Gr.-Kath.

De bodem is bergachtig, hoofdz. kalkrotsen, en enkele laagvl. in Thessalonië. Hoofdst. Athene.De Grieksche geschiedenis speelt zich in en o/d Egeesche Zee af; het steenen en bronzen tijdperk aanv. op Kreta, bij Troje en Mycene. 1100 v. Chr. Dorische volksverhuizing, binnendringen v. N. volksstammen i/d Peloponnesus, tot 500 v. Chr. vorming v. stadstaten (Sparta, Athene) en strijd o/d hegemonie, 5e eeuw v. Chr. strijd tegen Perzié en bloeitijd, waarna verval en Macedonische overheersching; n/dL 2e eeuw v.

Chr. Hom. overheersching, 395 a/h O.-Rom. Rijk, 4e/8e eeuw invallen v. Germ. en Slavische volken. Na 1503 Turksch; 1827 onafhankelijk, 1832 koninkrijk. Gr. vocht i/d Wereldoorlog tegen Duitschland (1916) en won gebied in Macedonië en Kl.-Azië, welk laatste het 1922 aan Turkije verloor, 1923 werd de monarchie afgeschaft.

< >