Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Gepubliceerd op 22-05-2021

Aristoteles

betekenis & definitie

(384/322), Grieksch wijsgeer, leerl. v. Plato, onderwijzer v.

Alexander den Groote, kenner der natuurwetenschappen. „Vader der Logica”. Gaf zijn leerlingen dikwijls les, wandelende o/d zuilengangen v/h d/h gestichte Lyceum te Athene; vandaar „Peripatetici”.

< >