Met de grootste hardnekkigheid zet de ketelsteen zich vast aan de binnenwanden van het vaatwerk, waarin het water wordt gekookt. Om dezen ketelsteen te verwijderen, is in de meeste zaken van huishoudelijke artikelen een soort sponsje te koop, de zoogenaamde collector, die, in den nieuwen ketel gelegd, het aanzetten van steen schijnt te voorkomen.
Maar er zijn ook middelen om het vormen van ketelsteen te genezen: Men kan in den ketel aardappelen zóólang laten koken tot ze tot moes zijn geworden. Men moet het moes er dan uit nemen; reeds na dit eerste koken zal een gedeelte van den ketelsteen los gelaten hebben. De losgelaten stukken worden uit het moes genomen, dit laatste weer in den ketel gedaan en met wat water opnieuw sterk gekookt, waarna de nog overgebleven stukken ketelsteen ook loslaten. Dit middel is goedkoop en de ketels lijden daarbij niet zoo veel, als wanneer men ze door den koperslager laat schoonmaken.
Een andere goede raad: Vul den ketel geheel met azijn, doe er een paar flinke scheppen zout bij en laat dit even doorkoken. Daarna met een kwastje den ketel goed schoon boenen, den tuit met een daarvoor bestemd borsteltje. Het uitkoken moet natuurlijk op tijd gebeuren. Een ketel, die den geheelen dag gebruikt wordt, moet minstens om de zes weken een dergelijke reinigingskuur ondergaan.