Het komt af en toe voor, dat huisvrouwen zich beklagen over teleurstellingen, die zij ondervinden van een leverancier; ook over kleinere of grootere nalatigheden of tekortkomingen van het personeel. En hoewel het eene „geval” natuurlijk niets op het andere gelijkt, hebben al die kleine onaangenaamheden toch dikwijls dezelfde oorzaak.
„Toevallig ontdekte ik, dat mijn melkboer geen volle maat geeft”, luidt de eene verzuchting.
„Mijn aardappelboertje geeft onderwicht. Wie weet, hoelang al”, klinkt het van anderen kant.
„De linnen knoopen en andere artikelen voor de naaidoos, die mijn meisje aan de deur kocht, blijken van ondeugdelijke qualiteit te zijn. En toch betaalde zij evenveel als in den winkel. Is er geen controle op de koopwaar, die venters aanbieden?”
Dit zijn een paar van de klachten, die ons bereiken.
Wij hebben er reeds eerder op gewezen, en herhalen, dat de fout inderdaad heel vaak schuilt in niet voldoende contrôle. Wij bedoelen de controle, uitgeoefend door de vrouw des huizes, die ons haar nood klaagt.
De inkoopen voor eiken dag, als groente, aardappelen, fruit, melk, brood, kruidenierswaren en dergelijke, geschieden dikwijls, zonder dat mevrouw zich er ook maar in het minst mee bemoeit. Een enkele mededeeling ’s morgens aan het dienstmeisje, een lijstje soms van wat er wezen moet... dan vinden sommige huisvrouwen, dat háár taak is afgeloopen.
Controle is noodig in elk gezin. Daarmee bedoelen wij niet, dat de vrouw des huizes den heelen dag als een achterdochtig politie-agent achter haar personeel en leveranciers aan moet hollen. Dat zou de onderlinge verstandhouding schaden, en dat is gelukkig in de meeste gevallen ook niet noodig. Maar in die gevallen, waarover ons klachten bereiken, moet de huismoeder wel degelijk een wakend oog over alles laten gaan. Zij moet haar taak niet àl te luchtig opvatten.
Ter geruststelling durven wij hier de verzekering aan toevoegen, dat een goede dienstbode bij een dergelijk beheer meer respect voor haar meesteres zal hebben.