Paarden die goed worden verzorgd en regelmatig ingeënt, zijn maar zelden ernstig ziek. Waarschuw niettemin onmiddellijk de dierenarts, zodra het paard ziekteverschijnselen vertoont.
Koliek is één van de dikwijls voorkomende problemen, waarbij dringende aandacht is vereist.Paarden kunnen gemakkelijk kreupel raken; hiervoor moet de mens in grote mate verantwoordelijk worden gesteld.
Preventie.
Zorgvuldige aandacht voor de leefcondities en het dieet helpen het risico van ziekten terug te brengen. Regelmatige inenting tegen tetanus en hersenvliesontsteking zijn vereist. Laat drachtige merries inenten tegen rhinopneumonie. Inenting tegen droes is misschien ook nodig.
Behandeling.
Roep bij de eerste ziekteverschijnselen de hulp van de dierenarts in. Houd het paard warm en droog. Isoleer het indien u een besmettelijke ziekte vermoedt.
Tekenen van ziekte
1 Weigering te eten of te drinken.
2 Hoesten.
3 Afscheiding uit ogen of neus.
4 Rillen of zweten.
5 Temperatuur van meer dan 39.4°C.
6 Doffe haren.
7 Huid-aandoeningen.
8 Evenwichtsstoornissen.
9 Humeurigheid.
10 Gaan liggen, rollen of kreunen tekenen van spijsverteringsstoornissen (koliek); ze geven niet over.
Kreupelen.
Paarden raken gemakkelijk kreupel omdat ze er van nature niet op zijn berekend een ruiter te dragen. Het beslaan - noodzakelijk in de huidige omstandigheden - werkt ook belemmerend ten opzichte van de natuurlijke schok-absorberende mechanismen van de benen. Behalve verwondingen kunnen ook de volgende oorzaken tot kreupelheid in het voorbeen en het achterbeen leiden:
1 Zwelling van de hakpees.
2 Spat - overtollige gewrichtsvloeistof.
3 Verrekking van gewrichtsband.
4 Knobbel op kuitbeen.
5 Niet-pijnlijke zwelling.
6 Eén been raakt een ander.
7 Splinteren van beenderen.
8 Quittor - abces aan de voet.
9 Gespleten hoef.
10 Kneuzing van beenderen veroorzaakt door stoten.
11 Laminitis - voet vol bloed.
12 Infectie van de straal (zie voet).
Ziekten en symptomen.
Waarschuw altijd onmiddellijk de dierenarts om complicaties te voorkomen.
1 Tetanus (vergiftiging van het centrale zenuwstelsel) - stijve ledematen, niet in staat om de mond te openen. Bacteriën komen binnen via wonden.
2 Strompelen - plotselinge evenwichtsstoornissen zonder duidelijke aanleiding. Tussen aanvallen door is het paard normaal.
3 Anthrax - gezwollen hoofd, hoge koorts, koliek. Zeer besmettelijk.
4 Besmettelijke anemie (moeraskoorts) - hoge koorts, zwakte, slechte coördinatie.
5 Ademhalingsproblemen. Kortademig. Snuiven (verlamde stembanden) geluiden bij het inademen (dampigheid). Paardegriep. Longontsteking. Droes - afscheiding uit de neus, hoest, koorts, gezwollen en daarna ontstoken lymfklieren onder en tussen de kaken.
6 Luis - zichtbare grijze parasieten, jeuk, kale plekken. Behandelen met luizenpoeder.
7 Gespleten hielen (eczeem achterkant koot).
8 Koliek (buikpijn) - rusteloosheid, zweten, kreunen, rollen. Roep onmiddellijk de veearts.
9 Wormen (lintwormen, rondwormen, rode wormen) - lusteloosheid, eitjes aanwezig bij staartaanzet of in uitwerpselen.
10 Paardehorzel-infectie - paard ontbloot tanden.
11 Jeuk - irritatie van staart of manen.
Mogelijke allergie.
12 Poliepen, wratten, cysten, tumoren.
13 Schaafwonden - ruwe, open wonden door slechtpassend zadel of tuig.
14 Schurft - jeuk, korsten. Veroorzaakt door mijten.
15 Oogaandoeningen (geblokkeerde traanbuis, conjunctivitis) - gezwollen ogen en afscheiding.