De fret is een gedomesticeerde afstammeling van de wilde Europese of Noordafrikaanse bunzing. Hij behoort tot de Mustelidae of Marterachtigen - de meest primitieve familie van zoogdier-carnivoren.
Gedomesticeerde Europese fretten worden sinds de Romeinse tijd in gevangenschap geteeld in Europa en werden in 1870 voor het eerst in de Verenigde Staten geïntroduceerd. Hoewel tegenwoordig fretten gewoon als huisdieren worden gehouden, ligt hun historisch belang in het jagen op dieren. De fret wordt getraind om holen binnen te dringen en schadelijke dieren zoals ratten, muizen of konijnen eruit te jagen, zodat deze kunnen worden gevangen als zij trachten te ontsnappen. Fretten hebben een zorgvuldige behandeling nodig maar de meeste worden erg tam. In sommige streken van de Verenigde Staten is een vergunning vereist om fretten te houden vanwege het gevaar voor pluimvee als ze ontsnappen.Fret.
(Mustela putorius furo) 60 cm lang met inbegrip van een staart van 20 cm; gelig wit, of bruin en crème; lang lichaam met zachte vacht; korte poten; platte, driehoekige kop; kleine, scherpe ogen; korte bontstaart; 4-7 jaar.
Behandeling.
Testen op tamheid door rug van een gesloten hand voor te houden. Volgt er geen poging tot bijten, strijk dan de hand zachtjes over de rug van de fret. Pak hem vast bij de achterkant van zijn nek, en til hem op om hem met beide handen te dragen.
Gedrag.
Van nature zijn fretten nachtelijk maar ze kunnen overschakelen op een dagschema. De meeste worden zeer tam als ze jong zijn verkregen en dikwijls worden gehanteerd. Ze houden zich goed schoon en vinden het prettig om zich af en toe te baden in een waterbak. Als een fret gewond of zeer angstig is scheidt de anale muskusklier een sterke geur af. Mannetjes rieken in de paringstijd. Vrouwtjes verspreiden over het algemeen geen geur en zijn gewoonlijk betere huisdieren.
Binnenshuis.
Sommige mensen houden fretten het liefst binnenshuis. Hiervoor is een eenvoudige kooi nodig met een donkere slaapdoos met beddegoed. De deur van de kooi kan worden opengelaten om de fret vrijheid te geven. Daar fretten hun ontlasting altijd op dezelfde plaats deponeren kan men hem gemakkelijk een afvalbak laten gebruiken.
Reinigen. Kooien en afvalbakken moeten worden schoon gehouden.
Verwijder alle in slaapdozen verborgen voedsel.
Buitenshuis.
Gewoonlijk houdt men fretten in een kooi buitenshuis. Hieronder wordt een kooi afgebeeld die geschikt is voor twee fretten.
1 Deur met scharnieren voor toegang.
2 Hok van 200 X 50 X 50 cm bedekt met gaas.
3 Korte houten poten.
4 Weerbestendig slaaphok in tweeën verdeeld. Ligstro of -hooi is nodig.
5 Toegangsgaten.
6 Schuin aflopend dak met scharnieren en bedekt met vilt.
Voeding.
Fretten werden meestal voornamelijk met brood en melk gevoed, maar een stevig vlees-dieet is veel beter. Hondevoer of kattevoer in blik is ideaal als het soms wordt aangevuld met stukjes kip, eieren, extra vitaminen en melk. Water moet altijd beschikbaar zijn, bij voorkeur in een omgekeerde fles.
Ziekten.
Fretten zijn gehard en over het algemeen gezond.
Ze moeten op jonge leeftijd worden ingeënt tegen hondeziekte en in de meeste landen ook tegen hondsdolheid. Vaccines zijn ook beschikbaar voor fretten tegen katteziekte en pneumonitis.