Binnen het enorme geografische gebied Entre-Deux-Mers ligt de uitgestrekte appellation Premières Cötes de Bordeaux, die op zijn beurt de drie enclaves Cadillac, Loupiac en Ste-Croix-du-Mont omsluit. Loupiac en Ste-Croix-du-Mont j worden in het volgende hoofdstuk behandeld. Hier buigen we ons over Premières Cötes de Bordeaux en Cadillac.
Premières Cötes de Bordeaux is een 9 smalle, langgerekte strook vrij heuvelachtig a land die zich op de oever van de Garonne langs de A10/D10 uitstrekt. Van net voorbij I Carbon Blanc in het noordwesten (een j onaantrekkelijk industriegebied dat aan de rand van de stad Bordeaux langs de AIO ligt) loopt de strook nog zo’n 60 kilometer door naar het zuidoosten, en komt ten slotte uit bij de brug over de Garonne naar de stad Langon. Als je verder over de NI 13 doorrijdt, kom je in de .appellation Cötes de Bordeaux St-Macaire. De strook van Premières Cötes gaat zelden verder dan vijf kilometer landinwaarts, waar hij wordt overschaduwd door de enorme appellation Entre-Deux-Mers (met zijn enclave Haut-Benauge).
Dit is een van de mooiste en meest afwisselende landschappen van heel Entre-Deux-Mers, zelfs van het hele Bordeauxgebied. En het wordt steeds mooier hoe verder je naar het zuiden, weg van de buitenwijken van Bordeaux, dieper de golvende heuvels en kleine, diepe valleien in trekt. Het is zeer afwisselend, vergeleken met het onafzienbare, nogal platte landschap van de Graves of de Médoc. Velen hebben zich door dit gebied laten verleiden — Frangois Mauriac en Toulouse-Lautrec zijn slechts twee van de velen die hier zijn gaan wonen. Men treft er overal leuke dorpjes aan, compleet met oude kerken, en vestingsteden als Cadillac (waar in het chateau schitterend gebeeldhouwde schouwen zijn te bewonderen) en Rions. Enkele van de betere wijngaarden bevinden zich direct ten oosten van de D10, waar de rotsen naast de weg steil oprijzen. De wijngaarden liggen hier tegen de hellingen en strekken zich uit tot op het plateau. De grond bestaat er voornamelijk uit kalksteen, wat borg staat voor een goede natuurlijke afwatering, en is hier en daar vermengd met klei. Veel wijngaarden liggen op het zuidoosten, waardoor de druivenstokken in goede jaren maximaal kunnen rijpen.
Net als sommige andere appellations van Entre- Deux-Mers, heeft Premières Cötes een wat wisselvallige staat van dienst. De wijngaard verwierf in de Middeleeuwen enige faam, maar in de eerste helft van de 20e eeuw was het gebied vooral bekend om zijn nogal onplezierige halfzoete witte wijn, die de wijnen van Loupiac en Ste-Croix-du-Mont weinig partij bood. De beruchte vorstperiode in het voorjaar van 1956 heeft dit gebied echter zwaar getroffen. Veel stokken bevroren en moesten worden gerooid. Maar dankzij de vooruitziende blik van enkele grote wijnbouwers werden de wijngaarden herbeplant met blauwe in plaats van witte variëteiten. In de jaren die daarop volgden werd Premières Cötes bekend als producent van betrekkelijk goedkope rode wijn, die werd uitgebracht als gewone AC Bordeaux of Bordeaux Supérieur en niet als de appellation van het gebied zelf. Pas de laatste twintig jaar heeft het gebied zijn eigen karakter herkregen en wordt er weer veelvuldig geproduceerd onder de appellation Premières Cötes de Bordeaux.
Het zijn deze rode wijnen van Premières Cötes die deze appellation zijn reputatie hebben bezorgd. En er worden veel grotere hoeveelheden van gemaakt, ongeveer vijfmaal zoveel als halfzoete witte wijn. Het kan prima wijn zijn. Bovendien zijn er wijnmakers die mooie speciale cuvées maken, wijnen die iets extra’s hebben meegekregen dankzij een verblijf in eikenhouten vaten. Hoewel in het hele gebied rode Premières Cötes wordt gemaakt, is de productie ervan geconcentreerd in het noordwestelijke deel, dichter bij Bordeaux. De meest voorkomende druivensoort is hier de merlot, daarna komt de cabernet sauvignon. De combinatie van terroir en druivenvariëteiten resulteert in wijnen met levendig fruit, rond en soepel, met zachte, rijpe tannine, maar ook met genoeg ruggengraat om goed te kunnen rijpen - vooral de speciale cuvées van de grootste producenten van de appellation. Deze wijnen kunnen op hun best zeer elegant zijn en een zekere finesse hebben.
Er zijn twee coöperaties in Premières Cötes: één in Langoiran en één in Quinsac. De gemeente Quinsac staat bekend als de Clairet-hoofdstad van de Bordeauxstreek. De totale oppervlakte aan wijngaarden in Premières Cötes bedraagt zo’n 2.300 hectare, verdeeld over 37 ge-meenten. Ongeveer 25 procent van dit land blijft wijnen produceren die onder de verschillende gewone Bordeaux- appellations vallen. Net als elders in Entre-Deux-Mers maakt een wijnmaker soms wel tien verschillende wijnen: zo maken de meesten een droge witte AC Bordeaux, en Premières Cötes de Bordeaux heeft ook naam gemaakt met zijn Bordeaux rosé en Bordeaux Clairet. Van het resterende wijnareaal is bijna 3000 hectare gewijd aan de rode Premières Cötes de Bordeaux, en ruwweg 700 hectare aan de productie van halfzoete en zoete witte wijn, voornamelijk onder de appellation Premières Cötes, en in veel mindere mate Cadillac.
Cadillac
Cadillac werd als appellation in 1973 in het leven geroepen, met als enig doel de productie van zoete witte wijn, voornamelijk met sémillon, maar ook met wat sauvignon en een beetje muscadelle. In de zuidelijke helft van de Premières Cötes, tussen Baurech en St-Maixant, liggen 22 gemeenten die bijzonder geschikt worden geacht voor de productie van zoete witte wijn en die daarvoor deze striktere appellation kregen toegewezen. Zoals op kaart 32 te zien is, ligt dit deel dicht tegen de rivier de Garonne aan, wat de ontwikkeling van pourriture noble stimuleert. Nobele rotting is een wettelijk onderdeel in het productieproces van deze wijn (het is zelfs in het AC-reglement opgenomen), maar natuurlijk is het niet te voorspellen wanneer deze zich voordoet. Dat verklaart ten dele waarom er tegenwoordig zo weinig Cadillac wordt geproduceerd, terwijl er zo’n 250 hectare geregistreerd staan: de meeste wijnmakers geven er de voorkeur aan een halfzoete witte wijn te maken onder de algemenere appellation Premières Cötes, of onder een van de vele andere AC’s die hier zijn toegestaan. Een goede Cadillac (waarvan er maar weinig bestaan) kan echter lijken op een Loupiac of Ste-Croix-du-Mont, ofschoon hij meestal wat lichter is en minder diepte heeft, met iets minder invloed van nobele rotting. Alleen een Cadillac uit een uitzonderlijk goed jaar kan langer worden opgelegd.