Ten westen van Pomerol en St-Emilion, even ten noordwesten van de havenstad Libourne, liggen de andere wijngaarden van de Libournais, Fronsac en Canon-Fronsac. Dit charmante wijngebied ligt knus genesteld in de hoek die de brede en statige Dordogne met een van zijn zijriviertjes, de Isle, maakt en ontleent zijn naam aan de twee canons of heuvels die het landschap domineren: de 61 meter hoge Canon en de 76 meter hoge Tertre de Fronsac, waarop Château de Fronsac staat.
Het district lijkt met zijn 1130 hectare, verdeeld over twee appellations (830 in Fronsac en 300 in Canon-Fronsac), qua afmetingen sterk op Lalande-de-Pomerol, maar is aanzienlijk groter dan Pomerol zelf.
Hoewel de nabijheid van de twee rivieren een grote rol speelt, is het interessant dat de strook langs de Isle net buiten de grens van de appellation ligt, terwijl wijn van de druivenstokken op de oevers van de Dordogne rechttoe-rechtaan Bordeaux AC is.
Nog geen 20 jaar geleden was dit een van Bordeaux’ meest vergeten uithoeken, in het niet zinkend bij het naburige St-Emilion en Pomerol en de grote districten op de linkeroever. Zelfs 10 a 12 jaar geleden nog waren het alleen de Bordeaux-fielen die het met enige zekerheid op de kaart konden aanwijzen. Dat is nu verleden tijd. Geldschieters en tophandelaren houden zich nu serieus met dit gebied en zijn toekomst bezig, met het gevolg dat de beste wijnen uit de Fronsadais nu tot de populairste en meest gewilde ter wereld worden gerekend. De toekomst van Fronsac en Canon-Fronsac lijkt verzekerd.
Geschiedenis
Het is echter niet zo dat dit gebied geen bekendheid genoot tot de recente golf van interesse en investeringen, voornamelijk van het prestigieuze bedrijf Jean-Pierre Moueix, de négociant uit Libourne. Integendeel, Fronsac heeft een uitermate boeiende en gevarieerde geschiedenis; Karel de Grote heeft ooit een fort gebouwd op de plek waar nu Château de Carles staat, in het meeste noordelijke deel van het gebied, en in de 17e eeuw kocht kardinaal Richelieu hier land en introduceerde de wijn ervan aan het hof van Versailles.
In de 18e eeuw genoot Fronsacs wijn een goede reputatie en was hij het prijsniveau van andere wijnen uit de Libournais ruimschoots ontstegen.
Plaatsen, bodems en châteaux
De Fronsadais is min of meer driehoekig van vorm met in het zuiden de brede basis die naar het noordoosten uitloopt in een punt. Het district beslaat zeven gemeenten, waarvan er zes hun wijn onder de appellation Fronsac op de markt mogen brengen. Een klein deel van de gemeente Fronsac zelf mag ook de appellation Canon-Fronsac voeren, net als de zevende gemeente, St-Michel-de-Fronsac. Beide liggen in het zuiden van de Fronsadais, even ten noorden van D670. De bodemsoorten lopen uiteen van rijke afzettingen langs de rivieren tot kalksteen en klei- kalksteen op enkele van de beste gronden. Met de matigende invloed van de twee stromen en de glooiende heuvels is Fronsac goed beschermd tegen schadelijke gevolgen van late voorjaarsvorst.
Hoewel dit een district is met hoofdzakelijk boerderijen, staan hier enkele schitterende châteaux, zoals Château de la Dauphine en het indrukwekkende Château de la Rivière (dat vanaf de D670 een magnifieke aanblik biedt), die getuigen van de rijke en lange geschiedenis van het gebied. De wijngaarden hier zijn soms van minuscule afmetingen, met een navenante productie: een van de voornaamste bezittingen van Canon-Fronsac, Château Canon (eigendom van Christian Moueix) maakt nog geen 1000 kisten per jaar.
Stijl en status
Fronsac is tot de jaren ’70, toen de belangstelling van buitenaf begon op te bloeien, altijd een enigszins achtergebleven gebied geweest dat wijn produceerde van vaak twijfelachtige kwaliteit, dikwijls wrang, vol tannine en met een gebrek aan fruit. De wijnkwaliteit is inmiddels sterk gestegen, maar toch zijn nog niet alle wijnen even betrouwbaar: om teleurstellingen te voorkomen is het van groot belang te weten wie de eigenaar van welk château is en hoe de wijn wordt geproduceerd. Hoewel het kleinere Canon-Fronsac meestal de mooiste wijnen levert, kan een vakkundig gemaakte Fronsac van een goede wijnmaker een betere koop zijn dan een Canon-Fronsac van een onbekende producent.
Ook zijn oudere wijnen niet altijd noodzakelijkerwijze even geslaagd, en moeten dan ook met zorg worden gekocht. Zelfs als de kwaliteit acceptabel is, hoeven oudere wijnen in een gebied dat aan zo veel veranderingen onderhevig is, geen indicatie te zijn voor de huidige wijnstijl van dezelfde bezitting.
Net als in Pomerol en St-Emilion is Fronsacs voornaamste variëteit de merlot. Sommige producenten, zoals Haut-Lariveau en du Pavillon, gebruiken uitsluitend merlot, maar de meesten voegen liever wat cabernet franc en cabernet sauvignon toe. Sommige châteaux gebruiken een hoog percentage van deze laatste druivensoort, waardoor de wijn meer tannine en structuur krijgt. Dat gaat zeker op voor châteaux als Cassagne Haut-Canon en Mazeris-Bellevue: Mazeris bevat een verbluffende 50% cabernet sauvignon. Nieuw eiken is ook een belangrijke component, vooral in de prestigieuze cuvées die door veel wijnmakers wordt geproduceerd.
Wijn uit Fronsac is op z’n slechtst onopmerkelijk: uitgesproken licht en slank, met veel zuur en harde tonen. Maar op z’n best is het een prachtige wijn die met gemak 20 jaar of langer kan worden opgelegd. Hoewel de wijn veel tannine bevat, is deze doorgaans goed geïntegreerd en heeft de textuur een aangename viezigheid.
Er is in dit gebied maar één coöperatie, die van Lugon. Het merendeel van de ongeveer 240 leden bezit land in de appellation Fronsac en niet in Canon-Fronsac. In Fronsac zijn er ongeveer 100 wijnbouwers die hun eigen wijn maken; het veel kleinere Canon-Fronsac kan bogen op ongeveer 55 wijnbouwers.