(1767-1835) Nederlands jurist en staatsman. Was korte tijd pensionaris van Amsterdam (1794-95) en kwam in 1802 in het provinciaal bestuur van Holland.
Onder Lodewijk Napoleon algemeen secretaris van Staat en vervolgens minister van Binnenlandse Zaken (1808-10). Speelde belangrijke rol in de grondwetscommissie en werd door Willem I in 1815 tot minister van Binnenlandse Zaken benoemd. Hoewel hij twee jaar later door hem naar de Eerste Kamer werd verbannen, bleef hij een brugfunctie vervullen tussen Amsterdam en de vorst.