(1812-1881) Nederlands jurist en politicus.
Lid Tweede Kamer (1860-66), minister van Koloniën (1856-58; 1866). In zijn tweede ambtstermijn na goedkeuring van de begroting afgetreden en door zijn opvolger, N. van Taack (1819-1890), benoemd tot gouverneur-generaal van Nederlands-lndië (1866-72). De Kamer keurde dit regeringsoptreden (motie- Keuchenius) af, maar de koning steunde zijn ministers. Naast de Luxemburgse kwestie is deze kwestie-M. een keerpunt geweest in de parlementaire democratie in Nederland.
