(geb. 1911) Belgisch r.-k. politicus. Belangrijk figuur in de naoorlogse politiek, o.m. als minister van Openbaar Onderwijs (1950-54), van Cultuur (1958-60) en van Openbaar Ambt (1960-61).
Streed voor de vrije schoolkeuze en subsidiëerde het r.-k. onderwijs. Was 1965-66 premier van een zwakke coalitieregering met de BSP. Bleek in de drie hierop volgende regeringen als minister van Buitenlandse Za- ken een bekwaam bemiddelaar bij de besprekingen over veiligheid en ontspanning.