(gest. 1190) Graaf van Holland vanaf 1157 als opvolger van zijn vader Dirk VI. Trouw volgeling van keizer Frederik van Barbarossa, o.m. naar Italië (1176) en naar het Heilige Land (derde kruistocht), waar zij beiden stierven.
Verkreeg voor zijn trouw de titel van Rijksvorst en het tolrecht bij Geervliet. Onderwierp de Westfriezen, maar was weinig succesvol tegen Vlaanderen (om Zeeland).