(geb. 1909) Duits officier, leidde tijdens de bezetting als hoofd van de Zentralstelle für jüdische Auswanderung te Amsterdam de deportatie van de joden uit Nederland. Even- als F.
Fischer (geb. 1901) enJ.J. Kotalla (1908-78) wegens oorlogsmisdaden opgesloten in de gevangenis van Breda. Zij werden bekend als de Drie van Breda en behoorden tot een groep van 18 Duitsers die na de oorlog wegens in Nederland begane misdaden ter dood werden veroordeeld. Hun straf werd, evenals die van zes anderen, later omgezet in levenslange gevangenisstraf, maar zij werden in tegenstelling tot die anderen niet vervroegd vrijgelaten. Pogingen tot gratieverlening stuitten steeds op groot verzet bij de bevolking.