Bijwoord: boven, over, waarboven, hierboven, daarboven, bovenaan, bovenin, bovenuit, bovenover, bovenom, bovenst, opper, supra, opwaarts.
Werkwoord: uitsteken boven, uitkomen boven, domineren.
Naamwoord: bovengedeelte, bovendeel, bovenwerk, bovenstuk, bovenstel, bovenbouw, bovenhelft, opperdeel, oppervlak, bovenblad, bovenkant, bovenhoek, bovenlaag, grenslaag, boveneinde, bovenzijde, rug, rugzijde, hoofd, kop, kroon, kruin, kruinpunt, top, krits, toppunt, zenith.
Causatief: hangen, ophangen, inhangen, aanhangen, voorhangen, weghangen, uithangen, afplooien, verhangen.
Gepubliceerd op 20-03-2024
Boven
betekenis & definitie