Werkwoord: blijven, beklijven, standhouden, in zijn geheel blijven, leven, duren, voortduren, kristalliseren (..zeren), daarbij blijft het.
Adjectief: onveranderd, blijvend, houdbaar, stationair, in statu quo.
Naamwoord: voortduring, duur, behoud, conservatie (kon...), kristallisering (..zering).
Causatief: behouden, onderhouden, bevestigen, handhaven, mainteneren, in stand houden, aanhouden op iets, volharden bij iets, bewaren, iets in zijn geheel laten, alles bij het oude laten, ergens bij blijven, het hek aan de oude stijl laten hangen, iets niet anders kunnen krijgen.
instandhouding, behoud, bewaarmiddel, conservatisme (kon..), neofobie.
Spreekwoord: Duren is een schone stad, maar blijven duren is nog een schonere; Duren is een schone stad, maar Kortrijk ligt er naast; gedane dingen hebben geen keer; het is zo geknipt, dus moet het ook maar zo genaaid worden.
Gepubliceerd op 20-03-2024
Behoud
betekenis & definitie