Rudolf Steiner sluit aan bij de fenomenologische kleurenleer van J.W. von Goethe (1749–1832). De kleuren ontstaan volgens deze kleurenleer in de polariteit donker-licht.
Geel ontstaat door de aanschouwing van licht door donker: de ondergaande zon gezien door de vertroebelende dampkring wordt geel en later oranje en rood. Blauw ontstaat door de aanschouwing van donker door licht: we zien het donkere heelal door het zonlicht heen en ervaren blauw.