Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Gepubliceerd op 13-03-2019

Huishouding

betekenis & definitie

Huishouding - rek., wordt gedeb. voor alle uitgaven van den koopman als particulier persoon, en gecred. voor alle gelden, die hij uit zijn privé-middelen in de zaak bijstort.

— Bientjes, J. H. en C. Knapper Kz. Het dubbel-Boekhouden voor de vrouw, f 2.25.

— Vries, Ch. de, Een practische boekhouding voor den particulier en huishoudelijk beheer. (Handelsstudie-serie) f 0.75. Practisch Huishoudboek hierbij behoorende f 0.50. Van der Laan & Co., ’s Gravenhage.

< >