Spottende benaming voor de artsen van de dopingcontrole.
Theunisse werd in ‘88 bij een dopingtest op 15 juli betrapt, een dag nadat hij achter zijn ploeggenoot Steven Rooks als tweede was geëindigd in de bergetappe naar Alpe d’Huez. Voor de rit kreeg Theunisse ‘2 streepjes celestone’, een herstelbevorderend hormoon, toegediend. Na de etappe kreeg hij tien milligram testosteron ingespoten. Dat gebeurde tijdens de Tour van ‘88 vier keer, want de renner werd elke dag aan een strak regime onderworpen. Tegenover Reporter hield Theunisse vol van niets te weten. ‘Al zou ik iets gekregen kunnen hebben, waarvan ik het bestaan niet wist.’ In 1988 reageerde hij feller, nadat ook bij de contra-expertise was gebleken dat zijn testosteronspiegel te hoog was. ‘Ik had het liefst de hele controlecaravan onder gepist om het tegendeel te bewijzen. De witte jassen hebben me groot onrecht aangedaan.’ (NRC Handelsblad, 31/12/1999)
