Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

vingers: met de (twee) - in de neus(gaten) winnen

betekenis & definitie

Op z’n dooie akkertje winnen; een makkie hebben; ergens weinig moeite voor moeten doen. Deze van oorsprong Vlaamse wieleruitdrukking werd ontleend aan Frans argot (gagner les doigts dans le nez, ontstaan rond 1912). Volgens sommige bronnen afkomstig van het gegeven dat een paard rustig wordt als je met je vingers in zijn neusgaten knijpt. Een paardenoor stevig beetpakken zou hetzelfde (praam) effect hebben. Anderen denken eerder aan het foertgebaar van een jongen die zijn vingers in de neus steekt (omdat hij de overwinning op zak heeft). De legendarische verslaggever Karel van Wijnendaele zou deze uitdrukking in Vlaanderen gelanceerd hebben. Tegenwoordig komen we haar ook in Nederland tegen, ook in andere sporttakken (zoals schaatsen) en zelfs buiten de sport. In het Frans zegt men ook nog: ‘dans un fauteuil’. Vgl. Eng.: to win hands down.

De ronde van België 1908 won hij... met de vingers in de neusgaten, nadat hij gezegevierd had in Brussel-Antwerpen, Roubaix-Namen, Namen-Verviers en Verviers-Brussel. (Achiel Van Den Broeck: De geschiedenis van de Ronde van Frankrijk. 1949)

...en dit keer is het mijn beurt om te triomferen: met de vingers in de neusgaten win ik de massaspurt. (Robin Hannelore: Kampioen in een doodlopende straat. 1973)

< >