Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

solovlucht

betekenis & definitie

Vlucht geheel alleen. Recordhouder is de Fransman Albert Bourlon. Hij reed in 1947 een solo van 253 kilometer. Een landgenoot van hem, Thierry Marie, kwam in 1991 met 234 kilometer dicht in de buurt.

In zijn jacht op het succes wil hij nu een oud wapen hanteren, de solovlucht in de finale. In de Omloop Het Volk liet hij zien dat hij als tijdrijder nog steeds een kanjer is: Met een soort tijgersprong overbrugde hij de kloof tussen het peloton en het weggesprongen koppel De Wilde-Museeuw. (NRC Handelsblad, 04/04/1992)

Mijn enige kans vandaag te winnen was een solovlucht geweest in de finale. (Het Parool, 18/05/1995)

< >