Frans voor het voedselzakje dat de renners (meestal in vliegende vaart) tijdens de bevoorrading of ravitaillering krijgen (meegrissen) van de soigneur; bevoorradingszakje. Vroeger de benaming voor een officiersransel en een eetzak voor paarden. Verder betekent het ook doedelzak en Franse dans uit de 17de, 18de eeuw. Britse renners gebruiken de term ‘bonkbag’. ‘Courir a la musette’ is Frans wielerargot: voor een broek en een trui fietsen. ‘Remplir sa musette’ betekent ook: veel overwinningen behalen. Een weggegooid voedselzakje is vaak een gewild souvenir voor wielerfanaten.
In de Tour nam een sponsorende firma die taak gedeeltelijk over, maar al vlug oordeelde men in de diverse groepen dat de rennersmagen niet gevuld geraakten met wat in de ‘musettes’ gestoken werd. (Robert Janssens: Vreugde en verdriet in de Tour. 1985)
Bij het begin van de beklimming van de Aubisque had Van de Casteele zijn ‘musette’ leeggemaakt, omdat er tussen de Aubisque en de Tourmalet nog een bevoorrading zou plaatsvinden. (Manu Adriaens: De Muur van Geraardsbergen. De helden van het peloton. 1996)
