Engelse term voor een apparaat met drie cilinders, waarvan er twee door aandrijfriemen met elkaar verbonden zijn. Hiermee kan men binnenshuis trainen. Sommige hometrainers kunnen zo worden ingesteld dat men er heuvels of wind mee kan simuleren. Vaak is ook een hartslagmeter ingebouwd en kunnen variaties in belasting worden geprogrammeerd. Bij baanwedstrijden staan altijd een paar toestellen op het middenterrein, zodat de renners zich kunnen losrijden. Wedstrijden op hometrainers worden weleens gehouden op braderieën en beurzen. In het Nederlands spreekt men ook wel van een ‘rollenbank’ of‘kamerflets’.
De wielrijder rijdt met zijn fiets op een zoogenaamde hometrainer dat is een toestel van drie dwars voor elkaar horizontaal geplaatste cylinders welke om assen draaien die op den grond bevestigd zijn. Trapt de fietser dan doen de wielen van zijn machine de cylinders in tegenovergestelden zin draaien. Hij kan zoo snel trappen als hij wil hij komt niet van zijn plaats maar wel geven de cylinders op een wijzerbord aan hoe dikwijls zij gedraaid zijn, dus hoeveel afstand de fietser als hij op vasten grond had gereden zou hebben afgelegd. (Leeuwarder Courant, 31/10/1904)
Ik werd bijvoorbeeld in een klein kamertje opgesloten en moest op een hometrainer een gesimuleerde bergrit rijden. Achteraf viel ik flauw onder de douche. (Noël Truyers: Pedaalridders. 1992, over GertJan Theunisse)