(uit het Frans: gonflé a bloc) klaar voor elke krachtmeting; in vorm.
‘Hardfietsen is nooit toegeven dat je aan je grens zit.’ Ik heb de essentie van het wielrennen zelden zo kernachtig horen formuleren. Fabian Cancellara, auteur van de uitspraak, kickt op pijn. Hij maakt van het ‘a bloc’ rijden een kunst. (Michel Wuyts: Het jaar van Tom Boonen. 2005)
Ik beging bovendien de vergissing om me in de aanloop naar de slotklim ter ver te laten uitzakken in het peloton, zodat ik te veel collega’s moest remonteren toen het meteen ‘a bloc’ naar boven ging, analyseerde Monfort. (De Standaard, 11/07/2008)
Er werd niet echt a bloc gereden. (Het Laatste Nieuws, 14/07/2008)