Sociale- en beroepsmobiliteit heeft betrekking op iedere beweging in de sociale ruimte; a. verticale mobiliteit is stijging of daling op de beroeps- en/of sociale ladder; b. horizontale mobiliteit is de beweging van de ene positie naar een andere binnen dezelfde sociale laag.
Om onderzoekstechnische redenen wordt mobiliteit meestal gemeten aan verandering van beroep. Juister is het dan te spreken van beroepsmobiliteit, te onderscheiden van sociale mobiliteit in engere zin, die onder andere blijkt uit een veranderde sociale omgang.