Definities van Grondbeginselen der sociologie in de Ensie Begrippenlijst grondbeginselen der sociologie
- Acculturatie
- Actiegroep
- Adoptie
- Alternative (Linton)
- Anomie
- Anti-socialisatie
- Arbeidsdeling
- Aspiratiegroep(ering)
- Assimilatie
- Beeld
- Begrip
- Behoefte
- Belang
- Beleefde werkelijkheid
- Beroep
- Beroepsprestigestratificatie
- Bevolking
- Blaming the victim
- Bureaucratie (M. Weber)
- Calvinisme
- Causaliteit
- Cirkelredenering
- Collectiviteit
- Communicatie
- Conditionering
- Conflict
- Consensus
- Contracultuur
- Criminogene structuur
- Crisis
- Cultural lag (Ogburn)
- Cultureel relativisme
- Culturele basis
- Culturele uitrusting
- Cultuur
- Cultuuroverdracht
- Cultuurpatroon
- Definitie
- Definitie van de situatie (Thomas)
- Determinisme
- Deviant gedrag
- Dialectiek
- Diffusie
- Dissensus
- Doeleinden
- Doelgroep
- Doelverschuiving (Merton)
- Dynamisch proces
- Eclecticisme
- Elite
- Emancipatie
- Empirisch
- Employability
- Enculturatie
- Etikettering
- Etnocentrisme (Sumner)
- Etnomethodologie
- Extern rollenconflict
- Folkways (Sumner)
- Functie
- Functieanalyse
- Futurologie
- Geboortecijfer
- Gemeinschaft (Tönnies)
- Gender
- Generalisatie
- Gesellschaft (Tönnies)
- Gesloten netwerk
- Gezag
- Globalisering
- Groep
- Groepering
- Ideaaltype (M. Weber)
- Idealisme
- Identificatie
- Ideologie
- IJzeren kooi van de bureaucratie (Weber)
- IJzeren wet van de oligarchie (Michels)
- Illegitiem
- In-group (Sumner)
- Individualisering
- Industriële revolutie
- Innovatie
- Instinct
- Institutie
- Institutionalisering
- Integratie
- Interdependentie
- Intergeneratie- en intrageneratiemobiliteit
- Intern rollenconflict
- Internalisatie
- Invloed
- Kansarmoede
- Kapitalisme
- Kaste
- Kinetisch proces
- Klasse
- Legitimiteit
- Looking-glass self
- Maakbaarheid
