Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 07-06-2019

Vettii

betekenis & definitie

Vettii - 1) T. Vettius, romeinsch ridder, veroorzaakte in 104 in Campania een slavenopstand.—2) P.

Vettius Scato (Cato), een van de aanvoerders der bondgenooten in den marsischen oorlog, die den Rom. eenige nederlagen toebracht (90), doch op den duur het onderspit moest delven. Toen de bondgenooten zich langzamerhand aan de Rom. onderwierpen, kon Vettius er niet toe besluiten de wapens neer te leggen, en toen zijne eigene soldaten hem aan den rom. consul Cn.

Pompeius Strabo wilden uitleveren, liet hij zich door een slaaf dooden.—3) L. Vettius, rom. ridder, behoorde tot de Catilinarii, maar verried daarna zijne medeplichtigen (63).

Later liet hij zich door Caesar gebruiken, om eene samenzwering tegen Pompeius te verdichten en o. a. Scribonius Curio en diens zoon (Scribonii no. 5 en 6) en anderen er van te beschuldigen (59).

De volkstribuun P. Vatinius kwam hierop met een wetsvoorstel voor den dag om tegen de door Vettius genoemde personen een gerechtelijk onderzoek in te stellen.

Intusschen, zóó ver kwam het niet. Vettius was in zijne verklaringen zoo met zichzelf in strijd, dat hij zelf in de gevangenis werd geworpen.

Daar vond men hem op zekeren dag dood, waaraan Caesar of Vatinius verdacht wordt niet vreemd te zijn geweest.—4) Vettius Valens, beroemd geneesheer onder Claudius.—5) Vettius Polānus, diende onder Domitius Corbulo in Armenia, werd door Vitellius als stadhouder naar Brittannia en door Vespasiānus naar Asia gezonden.

< >