Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 07-06-2019

Turris

betekenis & definitie

Turris - 1) ambulatoria, belegeringstoren, zooals de Rom. in den regel bouwden, wanneer zij voor eene stad het beleg hadden geslagen. Zij hadden onderscheiden verdiepingen, inwendig door trappen verbonden, met eene valbrug en met borstweringen, zooals dit beschreven is bij Helepolis.

Zij waren op raderen of op rollen en waren dus verplaatsbaar, vandaar de naam.—2) als eigennaam, b.v. Turris Stratōnis = Caesarēa Palaestinae, Turris Hannibalis op de Oostkust van het carthaagsche gebied.

< >