Treveri, -iri - machtig en dapper volk in Belgica, met de hoofdstad Augusta Trevirorum (Trier) aan de Mosella (Moezel). Zij hadden eene voortreffelijke ruiterij.
Met de Rom. waren zij trouw verbonden, met de Germanen waren zij meest in oorlog. Het waren Kelten, maar zij beweerden van de Germanen af te stammen.Τριακάς, 1) de dertigste dag na eene begrafenis, waarop de rouw ophield, werd met een offer en maaltijd gevierd.—2) oude naam voor een atheensch geslacht, hetzij omdat 30 geslachten eene φρατρία vormden, of v. s. omdat een geslacht gemiddeld 30 personen bevatte.—3) afdeeling der Spartaansche burgerij, waarschijnlijk gevormd uit twee tafelgezelschappen (z. συσσίτια).
Τριάκοντα. Toen Athene zich na afloop van den peloponnesischen oorlog aan Lysander had moeten overgeven, werd in eene volksvergadering door Theramenes het voorstel gedaan, 30 mannen te kiezen, die de wetten zouden herzien en in overeenstemming met de tijdsomstandigheden zouden wijzigen. Het volk, dat in den laatsten tijd de hevigste voorstanders der democratie, bijv. Cleophon, door allerlei kunstgrepen had zien uit den weg ruimen, durfde zich, nu Lysander nog met zijn leger en vloot aanwezig was, niet tegen dit voorstel verklaren, en verkoos 30 mannen van bekende oligarchische gezindheid. Hoewel met een bepaalde opdracht gekozen, schijnen de 30 nooit gepoogd te hebben zich daarvan te kwijten, maar maakten zij van de macht, die hun gegeven was, zulk een misbruik, dat de acht maanden van hunne regeering lang als de verschrikkelijkste tijd in de geschiedenis van Athene genoemd werd. In het eerst hielden zij, naar het heette, eene zuivering onder de burgerij, en lieten zij erkende sycophanten en andere dergelijke algemeen gehate personen door den raad, dien zij evenals de overheidsambten met hunne handlangers bezetten, ter dood veroordeelen, maar steunende op eene spartaansche bezetting, op spartaansch geld, en vooral op den invloed van Lysander, gingen zij weldra op dien weg verder en meenden zij zich alles te kunnen veroorloven. Slechts aan 3000 burgers (οἱ ἐν τῷ καταλόγῳ), en aan deze nog slechts in schijn, werd eenig aandeel aan de staatszaken gegund, de overige werden ontwapend, onderwijs in welsprekendheid en wijsbegeerte werd onder streng toezicht gesteld, de kostbare werven werden voor 3 talenten als afbraak verkocht, enz. Doodvonnissen, verbanningen, verbeurdverklaring van goederen waren aan de orde van den dag; in het geheel werden, naar verhaald wordt, 13–1500 personen ter dood gebracht en meer dan 5000 verbannen. En niet alleen politieke tegenstanders werden getroffen, maar om zich geld te verschaffen, ten einde de spartaansche bezetting te kunnen betalen, lieten zij velen ombrengen alleen om zich hunne bezittingen toe te eigenen; zoo besloten zij eens, onder voorwendsel dat er onder μέτοικοι een oproerige geest heerschte, 30 (v. a. 10) van hen te dooden en hunne goederen verbeurd te verklaren. Wel verzetten zich sommige meer gematigden onder hen, vooral Theramenes, tegen deze geweldadigheden, maar de tegenpartij, onder welke Critias de voornaamste was, behield de overhand; en toen de oppositie van Theramenes gevaarlijk begon te worden, werd hij op wederrechtelijke wijze als verrader ter dood veroordeeld. Doch wat hij voorspeld had gebeurde: de ballingen vereenigden zich en onder leiding van Thrasybūlus bezette een zeventigtal van hen eerst het fort Phyle, en nadat zij de troepen van de 30, die hen trachtten te verjagen, teruggeslagen hadden, nam hun aantal met den dag toe, en weldra konden zij zich van den Piraeus meester maken.
Toen zij nu ook in een slag bij Munychia, waarin o. a. Critias sneuvelde, overwinnaars gebleven waren, trokken de 30 zich naar Eleusis terug, waarvan zij zich kort te voren verzekerd hadden door de geheele weerbare bevolking met list gevangen te nemen en ter dood te laten brengen. Daar wachtten zij vooreerst den loop der gebeurtenissen af, maar toen kort daarna, in weerwil van Lysanders tusschenkomst, door toedoen van Pausanias (no. 2) de democratie hersteld was, en men in de stad vernam dat zij te Eleusis een leger van huurlingen op de been trachtten te brengen, trok de geheele bevolking van Athene tegen hen te velde, en nog voor het tot een gevecht kwam, vielen de meesten van de 30 in handen hunner vijanden en werden gedood.