Tartessus - Ταρτησσός. Dit is de oude naam voor Baetica, het stroomgebied van de Baetis (Guadalquivir), die zelf ook Tartessus genoemd wordt.
De bewoners, Iberiërs, in het oude Testament Tarschisch, bij de Grieken Tartessii, (Ταρτήσ(σ)ιοι), bij de Romeinen Turti geheeten, splitsen zich later in de twee stammen der Turduli (in het binnenland) en der Turdetāni (aan de kust). De hoofdstad van het land, ook Tartessus geheeten, lag op een eiland aan den mond der Guadalquivir.
Het land voerde al in de hooge oudheid edele metalen, vooral zilver, uit. Bovendien zochten de inwoners met hun zeilschepen, die beter dan de phoenicische tegen eb en vloed bestand waren, de tin- en zilvermijnen van het N.W. van Spanje, en later de Cassiterides insulae (z. a.) op.
Hun handel maakte hen rijk en welvarend.