Tarquinii - een etruscisch geslacht. 1) L. Tarquinius Priscus, vijfde koning van Rome.
Volgens de sage zou hij de oudste zoon geweest zijn van den te Tarquinii gevestigden Corinthiër Demarātus (z. a. no. 2), op raad zijner echtgenoote Tanaquil zou hij naar Rome verhuisd zijn en daar zijn etrurischen naam Lucumo tegen dien van Tarquinius verwisseld hebben. Op zijn tocht, toen hij Rome reeds in het gezicht had, was een arend op hem toegevlogen, had hem den hoed afgenomen en dien weder op zijn hoofd laten vallen, waaruit Tanaquil hem een luisterrijke toekomst voorspelde.
Te Rome maakte hij zich door vriendelijkheid en mildheid bemind en won het vertrouwen van Ancus Marcius, die hem tot voogd over zijne zonen benoemde. Na Ancus’ dood nam Tarq. echter zelf bezit van den troon, met goedkeuring van senaat en volk.
Hij verfraaide Rome, liet o. a. den circus maximus en de beroemde cloacae bouwen (volgens sommige nieuweren zijn de cloacae eerst in het begin der 2de eeuw aangelegd), legde op den Capitolinus de fundamenten van den grooten tempel van Jupiter, Juno en Minerva, nam nieuwe geslachten onder de patriciërs en 100 nieuwe leden in den senaat op (patres minorum gentium), verdubbelde het getal equites, oorloogde voorspoedig tegen Sabijnen en Latijnen, stelde de ludi Romani in, enz. Na eene 38-jarige regeering (616–579) werd hij door de zoons van Ancus Marcius vermoord en door Servius Tullius (z. a.) opgevolgd.
Hetzij Tarquinius Priscus langs vreedzamen weg op den troon is gekomen, hetzij de Etruscers als veroveraars zijn opgetreden, met zijne troonsbeklimming treedt eene etrurische dynastie op, en etrurische invloed op de rom. instellingen, vooral wat koninklijke praal en godenvereering betreft, is niet te loochenen.—2) L. Tarquinius Superbus, laatste koning van Rome (534–510), schoonzoon van Servius Tullius, beklom den troon door eene omwenteling, die aan Servius het leven kostte.
Hij bracht ook het zijne bij tot verfraaiing der stad, en voltooide o. a. den tempel op het Capitool; hij breidde door list zoowel als door kracht van wapenen het rom. gebied uit, versloeg de Volscen, maakte Rome tot hoofd van het latijnsche verbond en stichtte tot teeken daarvan op den Aventīnus den bondstempel van Diana. Doch hij regeerde als een dwingeland, ontzag de patriciërs evenmin als de plebejers en stoorde zich aan senaat noch wetten.
De overmoed zijner zoons, waarvan een, Sextus, de kuische Lucretia met geweld onteerde, deed de maat overloopen; Tarquinius, die juist de stad Ardea belegerde, vond bij zijne terugkomst de poorten van Rome gesloten en de koninklijke waardigheid afgeschaft. Hij zocht eerst hulp bij de etrurische steden Tarquinii en Veii, daarna bij koning Porsēna van Clusium, vervolgens bij zijn schoonzoon Mamilius Octavius, dictator van Tusculum, die de Latijnen tot het verleenen van bijstand overhaalde.
De slag bij het meer Regillus verijdelde ook deze laatste hoop en de verdreven koning begaf zich naar Cumae, waar hij overleed. De andere Tarquinii verhuisden naar Caere, waar hun familiegraf in 1847 ontdekt is.
Toch vindt men ook later nog Tarquinii in Rome.—3) L. Tarquinius Collatīnus, aldus genoemd omdat hij te Collatia, een uur gaans van Rome, woonde, bekleedde na de onteering en den zelfmoord zijner gemalin Lucretia (zie Lucretii no. 2) in 509 metL. Iunius Brutus het eerste consulaat. Toen echter het volk besloot, dat al wie tot de gens Tarquinia behoorde, met verbanning zou worden getroffen, legde T. zijn ambt neder en trok naar Lavinium.