Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 07-06-2019

Tamesa of -sis

betekenis & definitie

Tamesa of -sis - Τάμεσα, rivier in Britannia, thans de Theems.

Ταμίας, in ’t algemeen rentmeester, penningmeester. Te Athene was sedert het einde der vierde eeuw de τ. of ἐπιμελητὴς τῆς κοινῆς προσόδου, ook kortweg ὁ ἐπὶ τῇ διοικήσει genoemd, een soort minister van financiën, die het beheer over de geheele schatkist voerde; hij werd door volkskeuze aangewezen en bekleedde zijn ambt vier jaar. Zijn departement was in talrijke onderafdeelingen verdeeld, waarvan ieder een eigen kas en een eigen beheerder had, die eveneens τ. heette.

< >