Summānus - , oorspronkelijk waarschijnlijk een bijnaam van Jupiter, later als een afzonderlijk god van nachtelijke onweders en luchtverschijnsels beschouwd. Hij had een tempel bij den Circus Maximus, waar hem den 20sten Juni een offer gebracht werd.
Συμμορίαι, afdeelingen, waarin sedert 377 de atheensche burgerij voor de heffing der εἰσφορά verdeeld was. In iedere phyle waren twee συμμ., die ieder 60 van de rijkste burgers bevatten, de minder vermogenden werden zoo bij de verschillende συμμ. ingedeeld, dat iedere afdeeling een ongeveer gelijk belastbaar vermogen had. Werd nu eene εἰσφορά uitgeschreven, dan werd de συμμ. in haar geheel belast, de rijkste leden waren tot de προεισφορά verplicht en konden van hunne medeleden de bijdragen innen, die door de ἡγεμόνες of ἐπιμεληταὶ τῶν συμμοριῶν vastgesteld werden. In358 werd eene dergelijke inrichting bij de triërarchie ingevoerd (z. συντέλεια, maar ondoelmatig bevonden, weshalve zij door eene wet van Demosthenes omstreeks 340 werd opgeheven.
Συμπόσιον, z. δεῖπνον.