Statii. - 1) Statius Albius Oppianicus, rom. ridder, die zijn zwager en twee van zijn eigen zoons om het leven bracht, en zijn stiefzoon A. Cluentius Habitus trachtte te vermoorden, om zich diens fortuin toe te eigenen.
Door Cluentius aangeklaagd, poogde hij zijn rechters om te koopen (zie Staiēnus), doch moest zich door vrijwillige ballingschap aan het vonnis onttrekken (74).—2) Statius Albius Oppianicus, zoon van no. 1, beschuldigde Cluentius (z. a.), dat deze den ouden Oppianicus had pogen te vergeven.—3) Statius Sebōsus, rom. zeevaarder, ontdekker der Canarische eilanden, en schrijver over aardrijkskunde, leefde in de eerste helft van deeerste eeuw n. C.—4) L. Statius Murcus, z. Staius Murcus.—5) M. Statius Priscus, rom. veldheer, veroverde ± 163 na C. de armenische hoofdstad Artaxata.—6) Statius, vrijgelatene van Q. Cicero, die veel invloed op hem had.—7) P. Papinius Statius (± 45–96 na C.), te Neapolis geboren, doch te Rome opgevoed, beroemd improvisator, dichter van twee epische gedichten, Thebais, in 12 boeken, en Achilleis (onvoltooid), alsmede van 5 boeken mengelpoëzie onder den naam Silvae.—8) Statius Caecilius, zie Caecilii no. 31.—9) Statius Gellius, zie Gellii no. 1.