Spartacus - Σπάρτακος, een Thraciër, achtereenvolgens herder, soldaat, roover, gevangene, zwaardvechter. Met omstreeks 70 metgezellen ontsnapte hij in 73 uit eene zwaardvechterskazerne te Capua.
Reeds terstond behaalden zij eenig voordeel op de militie van Capua en bereikten den Vesuvius, doch zagen zich daar weldra ingesloten door 3000 man onder den propraetor C. Claudius Glaber, die den eenigen destijds bestaanden uitweg bezette.
De zwaardvechters echter vlochten ladders van op den berg groeiende wilde wijngaardranken, kwamen daarlangs aan den steilen kant van den berg naar beneden, en vielen Claudius zoo onverhoeds op het lijf, dat zijn legioen de vlucht nam. Van alle zijden stroomden nu weggeloopen slaven toe; ook de praetor P.
Varinius en zijne legaten Furius en Cossinius werden totaal verslagen. De slaven hadden zich nevens Spartacus nog twee aanvoerders gekozen, Crixus en Oenomaüs.
De laatste schijnt reeds vroeg gesneuveld te zijn, tusschen de beide overige ontstond een ernstig verschil van gevoelen. Spartacus wilde zoo spoedig mogelijk met de zijnen, meest Thraciërs en Galliërs, Italië verlaten om naar hun vaderland terug te keeren; Crixus daarentegen had zich met 30000 man van hem afgescheiden om te moorden en te plunderen, daar zij niet wilden heengaan zonder den buit van Italië mede te nemen.
Crixus sneuvelde in 72 met twee derden van zijn leger tegen den Consul L. Gellius Poplicola en den propraetor Q.
Arrius, doch Spartacus versloeg eerst den anderen consul Cn. Cornelius Lentulus, daarna Gellius en toen den proconsul van Cisalpīna, C.
Cassius. Na deze overwinning liet Spartacus bij een lijkfeest voor Crixus 300 rom. krijgsgevangenen als gladiatoren vechten.
Hij had toen nog 120000 man bij zich, waarmede hij reeds tot aan den Padus (Po) was gekomen; thans echter weigerden zij zijne plannen verder te volgen, hij moest weder zuidwaarts trekken, doch kreeg nu te doen met den praetor M. Licinius Crassus, die er in zes maanden tijds in slaagde, de slaven in Lucania te verslaan, waarbij Spartacus met 60000 der zijnen volgens Livius of 12500 volgens Plutarchus sneuvelde (71).
Zijn lijk werd niet gevonden. Zesduizend gevangenen werden langs den weg van Rome naar Capua gekruisigd, vijfduizend anderen, die met versnelde marschen de Alpen zochten te bereiken, liepen juist Pompeius in den mond op diens terugkeer uit Hispania.