Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 07-06-2019

Sopater

betekenis & definitie

Sopater - Σώπατρος, 1) van Paphus, kluchtspeldichter ten tijde van Alexander d. G.; de weinige fragmenten, die van zijne werken over zijn, zijn het eenige, dat wij van deze dichtsoort bezitten, z. Φλύαξ.—2) van Apamēa, neoplatonisch wijsgeer, leerling van Iamblichus, werd op bevel van Constantijn d.

G. ter dood gebracht, omdat hij propaganda maakte voor den heidenschen godsdienst.

< >