Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 07-06-2019

Sal(l)ustii

betekenis & definitie

Sal(l)ustii - plebejisch geslacht. 1) C. Sallustius Crispus, geb. in 86 te Amiternum in het sabijnsche land, gaf zich in zijne jeugd nogal aan verkwisting en uitspattingen over.

Als volkstribuun was hij in 52 vijandig gezind tegen Milo en diens verdediger Cicero. Door den censor App.

Claudius Pulcher werd S. in 50 uit den senaat gestooten, doch Caesar bezorgde hem in 49 de quaestuur en bracht hem in den senaat terug. In 47 maakte Caesar hem tot stadhouder van Numidia, waar S. door afpersingen zijn fortuin herstelde, waarvan hij te Rome de prachtige horti Sallustiani op den Collis hortorum (M.

Pincio) deed aanleggen. Slechts met moeite ontsnapte hij door Caesars invloed aan eene aanklacht.

Na Caesars dood trok hij zich uit de staatszaken terug en wijdde zich aan letterkundigen arbeid. Wij hebben nog van hem twee volledige geschriften: Catilina en Jugurtha of Bellum Iugurthinum, alsmede fragmenten zijner 5 libri Historiarum.

Wat verder op zijn naam staat, is onecht. De stijl van S. is gevormd naar dien van Thucydides, kernachtig en pittig.

Zijne beschouwingen zijn pessimistisch, als van iemand, die de genietingen der wereld heeft leeren kennen en op lateren leeftijd tot inkeer is gekomen. Hij stierf in 35 of 34.—2) Cn.

Sallustius, een vriend van Cicero.—3) C. Sallustius Crispus, achterneef en aangenomen zoon van no. 1, en erfgenaam van diens vermogen, zeer gezien bij Augustus en Tiberius.

Horatius droeg hem eene ode op.—4) Flavius Sallustius, vicarius urbis Romae, werd door keizer Julianus tot praefectus praetorio Galliarum (361) en consul (363) benoemd. Hij trachtte te vergeefs Iulianus door middel van een brief van den veldtocht tegen Perzië af te houden.

Een andere Sallustius uit dien tijd, wiens ware naam was Saturninus Secundus (Sallustius, juister Salutius, is in dezen tijd een signum, zie nomen), was praef. praet. Orientis, en begeleidde Iulianus op den tocht naar Perzië.

Hij was ambtenaar in Gallia geweest, toen Julianus daar tegen de Germanen streed; Julianus had met hem vriendschap gesloten, en toen keizer Constantius hem daarom terugriep (359) had Julianus tot hem een troostrede, or. IV gericht, die nog over is.

Na den dood van Iulianus wilde men hem tot keizer benoemen, maar hij weigerde. Hij is waarschijnlijk de schrijver van een werk περὶ θεῶν καὶ κόσμου.

< >