Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 09-06-2019

Rutilii

betekenis & definitie

Rutilii - 1) P. Rutilius, volkstribuun in 169, klaagde C. Claudius Pulcher tijdens diens censuur aan van perduellio, en als niet zijn ambtgenoot Tib. Sempronius Gracchus voor hem in de bres was gesprongen, zou hij veroordeeld zijn.

Zie Claudii no. 10.—2) P. Rutilius Rufus, door den wijsgeer Panaetius in de stoicijnsche leer onderwezen, rom. staatsman, annalist en redenaar, was onder Scipio

in den numantijnschen oorlog (133) krijgstribuun, onder Metellus in den jugurthijnschen oorlog legaat (109), in 105 consul, in 95 legaat van Scaevola (Mucii no. 5) in Asia. Daar ging hij de afpersingen der publicani te keer, doch werd uit weerwraak in 92 van knevelarij beschuldigd, en daar de rechters uit de ridders werden gekozen, veroordeeld. Hij was een vriend van Scipio en van Laelius. Zijn verdere levensdagen sleet hij te Smyrna, waar hij verscheidene werken schreef. Als redenaar had hij grooten naam.—3) P. Rutilius Lupus, consul in 90, sneuvelde in den marsischen oorlog tegen Vettius Cato (Scato).—4) P. Rutilius Lupus, volkstribuun in 56, later aanhanger van Pompeius, kreeg van dezen het bestuur over Achaia.—5) L. Rutilius Lupus, rom. rhetor ten tijde van Tiberius, schreef een werkje Schemata lexeos in twee boeken, een vertaling van het werk van Gorgias no. 2 (z. a.).—6) Rutilius Claudius Namatiānus, zie Namatianus.

< >