Quintiliānus - (M. Fabius), uit Calagurris (Calahorra) in Hispania, omstreeks het jaar 35 n.
C. geboren. Hij genoot zijne opleiding te Rome, waar hij vervolgens optrad als pleiter en bezoldigd leeraar in de welsprekendheid. Hij verwierf zich grooten naam. Twintig jaar lang vervulde hij het leeraarsambt, en toen hij het neerlegde, ± 91 na C., schonk keizer Domitiānus hem de ornamenta consularia. Hierna schreef hij zijn beroemd werk de institutione oratoria in 12 boeken, een volledig leerboek der rhetorica, rijk van inhoud, zuiver en duidelijk van taal en voorstelling. Van de op zijn naam staande declamationes zijn alleen de 145 kleine misschien van hem; de 19 groote zijn onecht.