Procurātor - degene die voor een ander eene zaak bezorgt, de zaakwaarnemer, in het huiselijk leven de huishouder, de slaaf die de geheele huishouding bestuurde. Onder de keizers werd in de keizerlijke provinciën het geldelijk beheer opgedragen aan procuratores Caesaris, die dus de vroegere quaestoren vervingen en ook wel belast werden met het stadhouderschap over kleine provinciën, die als onderdeelen eener grootere werden beschouwd. Zoo was b.v.
Pontius Pilātus procurator van Judaea, dat als een aanhangsel van Syria werd gerekend. Ook de bestuurders van verschillende takken van het financiewezen droegen wel dezen naam, b.v. procurator rei privatae, bestuurder van ’s keizers vermogen, procurator metallorum, enz. Voor deze betrekkingen werden gewoonlijk equites genomen.