Poppaei - . 1), C. Poppaeus Sabīnus, consul in 9 na C., werd in 12 stadhouder van Moesia en kreeg later onder Tiberius nog Achaia en Macedonia als provinciën er bij, die hij tot aan zijn dood (35) bleef besturen. Wegens zijne overwinning op de Thraciërs werden hem in 26 de insignia triumphalia. toegekend.—2) Q. Poppaeus Secundus, broeder van no. 1, ook consul in 9 na C., hoewel niet te gelijk met zijn broeder, was een van de makers der lex Iulia et Papia Poppaea.—3) Poppaea Sabīna, dochter van no. 1, om hare schoonheid beroemd, door den haat der keizerin Messalīna tot zelfmoord gedreven (47).—4) Poppaea Sabina, dochter van no. 3 en van T.
Ollius (z. a.), eene vrouw van buitengewone schoonheid, in tweede huwelijk de vrouw van M. Salvius Otho, die haar in ruil voor het stadhouderschap van Lusitania aan Nero afstond. Haar ter wille verstiet Nero zijne gemalin Octavia, doch drie jaar later gaf hij Poppaea in hare zwangerschap een trap, waaraan zij bezweek (65).
Zij beschermde de Joden.