Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 10-06-2019

Orestheus

betekenis & definitie

Orestheus - Ὀρεσθεύς, 1) zoon van Lyeāon, stichter van Oresthasium, het latere Orestēum.—2) zoon van Deucalion, koning der Aetoliërs en der aangrenzende Locriërs. Zijn hond bracht een kluwen ter wereld, dat hij in de aarde liet begraven; in het voorjaar ontsproot daaruit een wijnstok, naar welks ranken (ὄζοι) de Locriërs zich Ὀζόλαι noemden.

< >