Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 11-06-2019

Nisus

betekenis & definitie

Nisus - Νῖσος, 1) zoon van Pandīon, broeder van Aegeus, koning van Megara, stichter van Nisaea. Toen Minos tegen Attica zou optrekken, verbond N. zich met Aegeus, en nadat deze overwonnen was, veroverde Minos ook Megara en belegerde hij Nisaea. Uit liefde voor den belegeraar trok Scylla, de dochter van N., haar vader een gouden of purperen haarlok uit, waarvan het behoud van zijn leven afhing; daarop stierf hij onmiddellijk en de stad werd veroverd, vgl.

Comaetho. Hij werd in een zeearend veranderd en in deze gedaante vervolgt hij zijne dochter (z. Scylla) onophoudelijk.—2) zoon van Hirtacus, tochtgenoot van Aenēas, beroemd door zijn vriendschap voor Euryalus.

Te zamen deden ze een nachtelijke aanval op het leger der Rutuliërs en sneuvelden na er een geduchte slachting aangericht te hebben.

< >