Menelāus - Μενέλαος, 1) zoon van Atreus of Plisthenes, broeder van Agamemnon (z. a.), gehuwd met Helena (z. a.), de dochter van Tyndareos, van wien hij de regeering over Sparta erft. Aan den trojaanschen oorlog neemt hij met 60 schepen deel, hij gaat met Odysseus naar Troje om Helena terug te vorderen, maar deze eisch wordt afgewezen. In den oorlog verricht hij onder bescherming van Athēna en Hera vele heldendaden, hij overwint Paris in een tweegevecht, ofschoon Aphrodīte zijn vijand uit zijne handen redt, strijdt met Hector en Aenēas, verdedigt het lijk van Patroclus en begeeft zich met het houten paard in de stad.
Op zijn terugreis wordt hij bij kaap Malea door een storm overvallen, die hem naar Aegypte drijft, en eerst nadat hij 8 jaar rondgezworven had, keerde hij in zijn rijk terug. Hier leefde hij nog lang met Helena in vrede, rijkdom en geluk, eindelijk werd hij met haar naar het Elysium verplaatst. Niettemin werd hun graf bij Therapne getoond, waar te hunner eer een tempel was en spelen gevierd werden.—2) onechte zoon van Amyntas II; daar Phillippus hem niet vertrouwde en zijn leven bedreigde, ging hij bij de Atheners in dienst.—3) broeder van Ptolemaeus Lagi, verdedigde Salamis op Cyprus tegen Demetrius Poliorcētes, doch moest zich na eene langdurige en dappere verdediging overgeven (306).—4) van Marathus, onderwees Ti.
Gracchus in de welsprekendheid.—5) beeldhouwer uit den tijd van keizer Tiberius. Van hem is de bekende groep Orestes en Electra, vroeger in Villa Ludovisi, tgw. in het Museo Nazionale te Rome.—6) van Alexandria, beroemd wis- en sterrenkundige, omstreeks 100 n.C. Hij heeft zich vooral bezig gehouden met trigonometrie en sphaerische astronomie.