Memmii - plebejisch geslacht, dat van Aenēas’ tochtgenoot Mnestheus beweerde af te stammen.
1) C. Memmius, volkstribuun in 111, zette het volk op tegen de optimaten, die de eer van Rome veil hadden voor het goud van Jugurtha, en bewerkte dat de senaat een leger tegen hem afzond. Toen hij in 100 met den woesten C. Servilius Glaucia naar het consulaat dong, werd hij door dezen en diens medestander Saturnīnus in de volle volksvergadering om het leven gebracht.—2. C. Memmius, ten onrechte Gemellus genoemd, volkstribuun in 66, praetor in 58 en vervolgens propraetor in Bithynia, werd later wegens omkooping veroordeeld en ging in ballingschap naar Griekenland, waar hij in 47 stierf. Hij was een goed redenaar. Aan hem droeg Lucretius zijn gedicht de rerum natura op. Hij stond in geregelde briefwisseling met Cicero.—3) C. Memmius, stiefzoon van Sulla en volkstribuun in 54, klaagde
A. Gabinius en C. Rabirius Postumus aan, die door Cicero werden verdedigd.—4) P. Memmius Regulus steunde Macro bij zijn pogingen om Seiānus ten val te brengen. Later was hij proconsul van Achaia, Macedonia en Moesia (sedert 36 n. C.). Caligula dwong hem zijne vrouw Lollia Paullīna aan hem af te staan. Hij stierf in 61.